Prinsjesdag: belangrijke ontwikkelingen voor werkgevers

De jaarlijkse aankondigingen op Prinsjesdag brengen vaak belangrijke veranderingen met zich mee voor ondernemers, vooral op het gebied van salarisadministratie en personeelskosten. Wij geven je graag een overzicht van de begrotingsafspraken voor 2025, zoals deze tijdens Prinsjesdag 2024 zijn gepresenteerd. Hierbij gaan we in op de meest relevante plannen en maatregelen die je bedrijfsvoering kunnen beïnvloeden.

Hoewel er minder ingrijpende veranderingen zijn dan vorig jaar, zijn er toch enkele opvallende punten die je als werkgevers in de gaten wilt houden.

• Werknemers betalen minder belasting over inkomens tot €38.000 door een nieuwe belastingschijf en verlaging van de inkomstenbelasting.
• In 2024 stijgen cao-lonen met gemiddeld 6,6%, in 2025 met 4,3% is de verwachting.
• De versobering van de 30%-regeling wordt teruggedraaid naar 27%, onder voorbehoud van goedkeuring door het parlement. Verdere wijzigingen worden in oktober verwacht.

Deze maatregelen zorgen ervoor dat werken meer loont, terwijl werkgevers rekening moeten houden met hogere loonkosten en blijvende concurrentie op de arbeidsmarkt.

Voorlopige sociale premies voor werkgevers in 2025

De werkgeverspremies blijven grotendeels gelijk, alleen de AWf- en Aof premies stijgen licht. Dit zijn de huidige en verwachte premies voor de sociale verzekeringen:  

Vanaf 1 januari 2025 geldt het lage AWf-tarief ook voor overwerk bij vaste contracten van meer dan 30 uur per week. Dit geeft werkgevers meer flexibiliteit. Werknemers kunnen tot 30% overwerken naast hun contractuele uren onder het lage AWf-tarief. Bij meer dan 30% overwerk geldt voor het hele jaar het hogere tarief. Contracten van gemiddeld 35 uur of meer zijn hiervan uitgezonderd; deze uitzondering wordt verruimd naar contracten van 30 uur per week vanaf 2025.

Nieuwe belastingschijf in 2025

In 2025 wordt een derde belastingschijf ingevoerd in de inkomstenbelasting en het tarief van de eerste schijf wordt verlaagd. Dit moet vooral kwetsbare groepen en werkende middeninkomens financieel ontlasten. Let op: De tariefsverlaging in het 1ste tarief lijkt leuk, maar kan voor jou als ondernemer ook lagere aftrekposten betekenen.

 De tarieven voor belastingplichtigen onder de AOW-leeftijd zijn als volgt:

De grenzen tussen de belastingschijven zijn:

Schijf 1 naar 2: €38.441
Schijf 2 naar 3: €76.817

De grens tussen schijf 2 en 3 stijgt minder dan verwacht, waardoor belastingplichtigen eerder in de hoogste schijf vallen. Voor AOW-gerechtigden gelden afwijkende schijven.

De algemene heffingskorting (AHK) wordt € 335 lager. Het inkomen waarop de AHK begint met afbouwen wordt gekoppeld aan de hoogte van het minimumloon. Bij het minimuminkomen geldt de maximale AHK. De hoogte van de AHK blijft verder afhankelijk van de hoogte van het inkomen.

Expatregeling ofwel 30%-regeling wordt 27%-regeling

De fiscale regeling waardoor expats de eerste jaren over 30 procent van hun loon geen belasting betalen, blijft bij nader inzien toch bestaan. De eerder voorgenomen afbouw wordt teruggedraaid. Voor de jaren 2025 en 2026 blijft de grens liggen op 30 procent van het loon waarover geen belasting hoeft te worden betaald. Vanaf 1 januari 2027 zal de maximale onbelaste vergoeding worden verlaagd naar een forfait van 27% en zal het salariscriterium worden verhoogd naar een bedrag van € 50.436 naar € 38.338.

Bijtelling voor auto’s van de zaak gaat omhoog

De bijtelling voor volledig elektrische auto’s stijgt van 16% naar 17%, met een bijtellingsgrens die op € 30.000 blijft. Dit is relevant als je overweegt jouw wagenpark uit te breiden of aan te passen. Ook wordt de aparte bpm-tabel voor plug-in hybride voertuigen (PHEV's) per 2025 afgeschaft, wat invloed kan hebben op de kosten van deze auto’s.

Voor elektrische auto's met ingebouwde zonnepanelen of auto's die rijden op waterstof geldt de standaardbijtelling van 22% boven de grens van €30.000 niet.

Aanpassing forfait privégebruik bestelauto van de zaak

Wanneer een werknemer een (bestel)auto van de zaak privé gebruikt, moet een percentage van de catalogusprijs van die (bestel)auto tot het loon van de werknemer worden gerekend (bijtelling voor privégebruik). Voor sommige bestelauto’s kan die bijtelling onder voorwaarden worden afgekocht door de werkgever voor €300 per jaar. Dit bedrag wordt per 1 januari 2025 verhoogd naar €438 en zal vanaf 2026 jaarlijks worden aangepast aan de inflatie.

Gerichte vrijstelling openbaar vervoer verduidelijkt

Het kabinet wil meer duidelijkheid geven over de gerichte vrijstelling voor OV-abonnementen. Als een werkgever betaalt voor vrij reizen of korting op reizen voor de werknemer, dan vallen deze kosten onder de vrijstelling, zolang er ten minste enige zakelijke reizen worden gemaakt. In de praktijk was er vaak onduidelijkheid over wat precies onder een OV- of voordeeluren-abonnement valt. Deze termen worden nu vervangen door 'recht op vrij reizen' of 'recht op korting'. Hierdoor vallen ook door de werkgever gefinancierde reismogelijkheden via bijvoorbeeld een mobiliteitskaart of mobiliteitsapp onder de vrijstelling.

Andere zaken die van invloed zijn op de werkgeverslasten 2025:

De onderstaande zaken zijn al eerder bekend gemaakt, maar hebben ook veel invloed op de werkgeverslasten in 2025.

1. Het lage-inkomensvoordeel (LIV) vervalt

Het lage-inkomensvoordeel verdwijnt per 2025. Dit kan een directe impact hebben op werkgevers die veel werknemers met een laag salaris in dienst hebben

2. De Kinderopvangtoeslag wordt verhoogd

Een ontwerpbesluit verhoogt de kinderopvangtoeslag in 2025 voor            huishoudens met een gezamenlijk inkomen tussen ongeveer € 29.400 en  € 159.200.

3.De Premies WGA (Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten) en ZW (Ziektewet premie) stijgen licht.

a. Het gemiddelde premiepercentage voor de WGA 2025 stijgt ten opzichte van 2024 van 0,77% naar 0,83%.

b. Het gemiddelde premiepercentage voor de Ziektewet stijgt van 0,45% in 2024 naar 0,50% in 2025.

4. Volledige handhaving op schijnzelfstandigheid

Op 1 januari 2025 gaat de Belastingdienst volledig handhaven op schijnzelfstandigheid. Bedrijven en organisaties die mensen als zzp’er inhuren voor werk dat zij niet zelfstandig uitvoeren, kunnen dan weer een boete en naheffingen krijgen. Daarbij geldt een overgangsperiode van 1 jaar waarin werkgevers en werkenden nog geen vergrijpboete krijgen als zij kunnen bewijzen dat zij stappen zetten tegen schijnzelfstandigheid.

Conclusie

Als werkgever hoef je je voor 2025 geen zorgen te maken over ingrijpende veranderingen op het gebied van salarisadministratie. Wel is het belangrijk om voorbereid te zijn op de stijgende premies en goed geïnformeerd te zijn over de nieuwe maatregelen.

Heb je vragen over wat deze veranderingen specifiek voor jouw bedrijf betekenen? Neem gerust contact op voor een vrijblijvend adviesgesprek. Je kunt ons altijd bellen op 088 321 0800, of mail naar info@bentacera.nl. Samen zorgen we ervoor dat jouw salarisadministratie ook in 2025 optimaal is ingericht.