Kan mijn werknemer gebruik maken van de Regeling Vervroegd Uittreden?

Stapje Terug

Vervroegd met pensioen gaan werd lange tijd ontmoedigd op de arbeidsmarkt. Wanneer een werknemer gebruik maakte van de VUT of een andere regeling, betaalde je als werkgever een heffing van 52% over het aan de werknemer betaalde VUT-bedrag. Daarmee werd vervroegd uittreden erg duur en oninteressant voor veel werknemers.

Hoe ziet de huidige RVU eruit?

In het pensioenakkoord in 2019 zijn afspraken gemaakt dat werknemers in zware beroepen eerder kunnen stoppen met werken, de Regeling Vervroegd Uittreden (RVU). Deze regeling is ontstaan vanuit de discussie over zware beroepen. Omdat de levensverwachting steeds hoger wordt, gaat ook de AOW-gerechtigde leeftijd omhoog. Maar voor een werknemer met een fysiek zwaar beroep, is het niet altijd reëel om te blijven doorwerken tot de AOW-gerechtigde leeftijd.  

Kunnen alleen werknemers met een zwaar beroep eerder stoppen met werken?

De regeling geldt niet alleen voor werknemers met een zwaar beroep. In principe mag je als werkgever deze regeling met iedere werknemer afspreken, ongeacht de zwaarte van het beroep. De RVU is opgenomen in een aantal cao’s, bijvoorbeeld in de cao Motorvoertuigen- en tweewielerbedrijf, de cao Metaal en Techniek en de cao Bouw & Infra. Staat het niet in de cao, dan is het geen recht voor de werknemer, maar dan kun je als werkgever wel een individuele regeling afspreken.  

Wat is de RVU-boete?

Wanneer een ontslagregeling als RVU wordt gekwalificeerd moet er over de uitkering een RVU-heffing worden betaald van 52%. Deze RVU-heffing is van toepassing naast de loonheffing die over de uitkering moet worden afgedragen. In de volksmond wordt dan ook wel gesproken van een RVU-boete.  

Wat houdt de tijdelijke versoepeling van de RVU in?

Van 2021 tot en met 2025 geldt een tijdelijke versoepeling van de RVU zodat het voor werkgevers en werknemers aantrekkelijker wordt om van de regeling gebruik te maken. De RVU-boete is niet aan de orde als er wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: 

  1. De werknemer stopt niet eerder dan drie jaar voor zijn AOW-gerechtigde leeftijd. 
  2. De RVU-uitkering is hetzelfde als of lager dan het drempelbedrag. In 2024 is dit € 2.182 bruto per maand voor maximaal 36 maanden.  
  3. De ontslagregeling wordt uiterlijk op 31 december 2025 met de werknemer overeengekomen. 
  4. De werknemer bereikt uiterlijk op 31 december 2028 de AOW-gerechtigde leeftijd. 

De RVU-uitkering kan maandelijks worden uitgekeerd maar ook in één keer. Het nadeel van een betaling ineens is dat de uitkering progressief wordt belast in box 1 en dit kan tot gevolg hebben dat de werknemer in verhouding veel belasting moet betalen. Daarnaast kan een eenmalig hoog inkomen voor een werknemer (grote) gevolgen hebben voor eventuele toeslagen. In de meeste gevallen is het dan ook beter om de uitkering maandelijks toe te kennen omdat daarmee de belastingdruk voor de werknemer wordt verlaagd. Wanneer de werknemer de loonheffingskorting laat toepassen bedraagt de netto RVU-uitkering € 1.532 per maand en zonder loonheffingskorting is dat € 1.259 netto per maand. Het is voor een werkgever mogelijk om een hogere uitkering dan € 2.182 bruto per maand toe te kennen maar dan wordt het meerdere belast tegen de RVU-heffing van 52%. 

Wat gebeurt er met de RVU na 2025?

De RVU is een tijdelijke regeling en loopt af in december 2025. In oktober van dit jaar werd bekend dat het kabinet, de vakbonden en werkgevers een onderhandelaarsakkoord hebben bereikt over een structurele vroegpensioenregeling voor werknemers met een zwaar beroep. Er is gekozen voor een gerichte aanpak, zodat vroegpensioen mogelijk wordt voor mensen die het echt nodig hebben. Zo wordt de RVU toegankelijker voor werknemers met een laag inkomen of een laag aanvullend pensioen. Welk beroep wel en niet fysiek zwaar is, moet per cao worden bepaald.  

Kan mijn werknemer eerder stoppen met werken?

Vervroegd stoppen met werken heeft financiële gevolgen en is dan ook niet voor iedere werknemer mogelijk en/of wenselijk. De RVU is een vrijwillige regeling. Een werknemer die gebruik maakt van de RVU zegt zelf zijn arbeidsovereenkomst op. Er is dan ook geen sprake van een WW-uitkering of een transitievergoeding. Of het voor jouw werknemer financieel gezien mogelijk is om eerder te stoppen met werken, is persoonlijk en afhankelijk van zijn privéomstandigheden. In de meeste gevallen heeft een werknemer naast de RVU-uitkering aanvullende inkomsten nodig om de periode tot aan de AOW-gerechtigde leeftijd te kunnen overbruggen. Hierbij kun je denken aan spaargeld, een lijfrente of het eerder laten ingaan van de pensioenuitkering. Dit laatste heeft echter ook financiële gevolgen omdat de pensioenopbouw stopt en de pensioenuitkering wordt uitgesmeerd over een langere periode.  

Als jouw werknemer aangeeft dat hij mogelijk gebruik wil maken van de RVU, doe je er verstandig aan om de werknemer eerst financieel advies te laten inwinnen. Dit kan bijvoorbeeld bij het pensioenfonds of een financieel adviseur. Het pensioenfonds kan ook met jouw werknemer bespreken welke individuele opties hij heeft op basis van zijn pensioenregeling. Hierbij kun je bijvoorbeeld denken aan deeltijdpensioen wanneer volledig met pensioen gaan financieel gezien nog niet mogelijk is. Pas wanneer het financiële plaatje helder is, kun jij met jouw werknemer in gesprek gaan over de inhoud van de ontslagregeling. 

Hulp nodig?

Heb je vragen over de RVU of heb je ondersteuning of advies nodig bij het opstellen van een regeling? Neem dan vooral contact op met je contactpersoon bij Bentacera of mail ons op juridisch@bentacera.nl.  

Daniëlle Groen

Danielle Groen

Juridisch Adviseur P&S

Wil je meer weten? Neem dan contact op met Danielle Groen.

Meer weten over personeel?

Lees ook onze andere blogs of neem direct contact met ons op!

Plan een kennismaking in!